afb.
Protestant - Munsterland - De geregelde stamreeks vangt aan met Herman van der Wijck, die in 1613 in dienst was in de compagnie van kapt. Tengnagel te Zutphen en die blijkens meerdere Borculosche schepenacten geboren was in 1588. Hij kan alsdan geen wettige zoon zijn van Bernhard van der Wijck, van de Arnhorster linie van het Munstersche geslacht, aangezien deze tusschen 1585 en 1593 weduwnaar was. Tot dusver bestaat - ondanks een groot aantal acten hem betreffende, die echter eerst aanvangen met 1613 - geen bewijs zijner afstamming. In denzelfden tijd dat Herman van der Wijck te Zutphen voorkomt, komen er reeds van der Wijck's voor te Deventer, Borculo, Delden en omliggende pIaatsen. Bij org. besluit d.d. 28 augustus 1814, n° 14 werd Harmen Jan van der Wijck benoemd in de ridderschap van Overijssel en werd Mr. Derk Jan van der Wijck benoemd in de ridderschap van Drenthe. Bij Koninklijk Besluit d.d. 24 november 1816, n° 39 La H werd Joan Derk François van der Wijck verheven in den Ned. Adel. Bij Koninklijk Besluit d.d. 2 juli 1817, n° 1 werd Frederik Joan Theodorus van der Wijck, bij Koninklijk Besluit d.d. 29 september 1867, n° 17 de gebroeders August Leopold Frederik Theodoor van der Wijck en Frederik Theodorus van der Wijck, bij Koninklijk Besluit d.d. 24 april 1868, | 245 |
n° 66 werd Pieter van der Wijck en bij Koninklijk Besluit d.d. 11 januari 1869, n° 6 werd Frederik Hendrik Gerrit Jan van der Wijck verheven in den Ned. Adel. | 246 |
Stammend uit Herman van der Wyck, voogd van Neede, begin 17e eeuw, van wien niet is uitgemaakt, hoe hij uit het oude Munstersche geslacht stamt. Bij org. besluit van 1814 benoemd in de Drenthsche en Overijsselsche ridderschappen met acte van bewijs. Verheven 1816, 1817, 1867, 1868, 1869. Er zijn nog voldoende stamhouders. | 189 |
Nederland's Adelsboek (1965) 379-400; (1971) 380-401
Nederland's Adelsboek : Historisch gedeelte I (1925) 245-246; II (1930) 252